Winkeliers willen taboe op btw-verhoging

Btw-verhoging voor podiumkunsten wordt teruggedraaid

De plannen voor een verhoging van de btw moeten van tafel, want die zullen de koopkracht van consumenten verder aantasten en het midden- en kleinbedrijf (mkb) hard raken. Dat zeggen verschillende brancheorganisaties van winkeliers en ondernemers, die waarschuwen dat een hogere btw niet alleen slecht is voor de winkels, maar ook voor de algehele economie.

De druk op de winkelstraat neemt toe

De Nederlandse winkelstraten staan onder druk. De combinatie van inflatie, stijgende huren, hogere loonkosten en toenemende online concurrentie maakt het voor veel ondernemers lastig om het hoofd boven water te houden. Daar komt nu het vooruitzicht van een btw-verhoging bovenop.
Voor veel winkeliers is de maatregel een brug te ver.

Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is de omzet van de detailhandel de afgelopen maanden weliswaar licht gestegen, maar die groei komt vooral door hogere prijzen — niet door meer verkopen. Een btw-verhoging zou die balans verder verstoren, omdat consumenten dan nóg terughoudender worden met aankopen.

Consumentengedrag onder druk

Wanneer de btw stijgt, stijgen automatisch ook de prijzen van vrijwel alle goederen en diensten. Dat raakt vooral mensen met een midden- of laag inkomen, die een groter deel van hun inkomen uitgeven aan dagelijkse aankopen.

Een woordvoerder van een grote branchevereniging zei hierover:

“We zien dat consumenten al langer kiezen voor minder of goedkopere producten. Als de prijzen door een btw-verhoging nóg hoger worden, verdwijnt het bezoek aan fysieke winkels sneller dan we kunnen compenseren.”

Daarnaast is het consumentenvertrouwen de afgelopen jaren grillig gebleven. Perioden van hoge inflatie, stijgende hypotheeklasten en dalende koopkracht hebben ervoor gezorgd dat huishoudens terughoudender zijn geworden met bestedingen. Een extra btw-verhoging wordt door veel economen gezien als een risico voor het herstel van de binnenlandse consumptie.

Effect op het mkb

Het midden- en kleinbedrijf vormt de ruggengraat van de Nederlandse economie. Meer dan 70 % van de werkgelegenheid komt voort uit mkb-ondernemingen. Zij vrezen dat de verhoging van het btw-tarief hun marges zal verkleinen, omdat het in veel gevallen moeilijk is om de hogere btw volledig door te berekenen aan de consument.

Kleine winkels, speciaalzaken en familiebedrijven hebben vaak minder prijskracht dan grote ketens of internationale webshops. Waar de grotere spelers prijsverhogingen kunnen spreiden over meerdere markten of productlijnen, heeft de lokale ondernemer weinig keus: of de prijzen verhogen en klanten verliezen, of de btw-stijging zelf absorberen en marges inleveren.

Een ondernemer uit Utrecht vat het samen:

“Onze winst is al minimaal. Als daar nog een procent of twee van de btw bovenop komt, is het verschil tussen winst en verlies snel gemaakt.”

Sectoren die extra kwetsbaar zijn

Met name sectoren waar de concurrentie hevig is, zoals mode, horeca, sportwinkels en kleine zelfstandigen, zullen de gevolgen het eerst merken.
Daarnaast zal de btw-verhoging gevolgen hebben voor brancheoverschrijdende samenwerkingen, zoals stadscentra-promoties en lokale evenementen, die afhankelijk zijn van vrijwillige bijdragen van winkeliers.

Volgens het Platform Detailhandel Nederland dreigt daardoor een “verarming van het winkelbeeld” in binnensteden en dorpen: minder variatie, meer leegstand, en een verschraling van de winkelervaring.

Online concurrentie en ongelijkheid

Een btw-verhoging versterkt volgens winkeliers ook de ongelijkheid tussen nationale en internationale spelers. Grote buitenlandse webshops kunnen vaak beter omgaan met kleine margeverschillen, omdat zij op schaal opereren en met lagere logistieke kosten werken.
Nederlandse ondernemers daarentegen moeten concurreren met platforms die vaak andere fiscale voordelen hebben of goedkoper kunnen inkopen.

Een verhoging van de btw zou die ongelijkheid verder vergroten. Bovendien verplaatst de consument zich dan nog meer naar online aankopen, wat op lange termijn de vitaliteit van de fysieke winkelstraten bedreigt.

Reactie van de overheid

Het kabinet stelt dat een btw-verhoging nodig is om de begroting op orde te houden. De inkomsten uit btw zijn een belangrijke pijler van de Rijksfinanciën. Met hogere lasten op consumptie zou de regering de belasting op arbeid mogelijk kunnen verlagen — een verschuiving die economisch gezien wenselijk wordt genoemd.

Tegenstanders noemen dat een misleidend argument. Zij wijzen erop dat de verschuiving in de praktijk niet evenredig is: de opbrengsten van de btw-verhoging worden vaak niet direct teruggesluisd naar lagere lasten op arbeid, waardoor de koopkracht van consumenten structureel achterblijft.

Alternatieven die worden voorgesteld

Brancheorganisaties hebben diverse alternatieven aangedragen. Een veelgehoorde suggestie is om te kijken naar gerichtere belastingmaatregelen in plaats van een algemene btw-verhoging. Bijvoorbeeld hogere belastingen op vervuilende of luxe producten, of een belastingkorting voor duurzame en lokale aankopen.

Ook wordt gepleit voor tijdelijke steunmaatregelen om de concurrentiepositie van fysieke winkels te versterken — denk aan lagere energielasten, versoepeling van gemeentelijke heffingen of subsidies voor verduurzaming van winkelpanden.

Een gezamenlijke verklaring van ondernemersverenigingen stelt:

“In plaats van de btw-druk te verhogen, zou het kabinet moeten investeren in vitaliteit van de binnenstad, innovatie en digitalisering van het mkb. Dat levert op de lange termijn meer op dan een korte termijn begrotingsmeevaller.”

Economische analyse

Economen zijn verdeeld. Sommigen wijzen erop dat Nederland in vergelijking met buurlanden relatief lage btw-tarieven heeft en dat een verhoging de staatskas aanzienlijk kan versterken zonder de concurrentiepositie wezenlijk te schaden. Anderen vrezen dat het netto-effect negatief zal uitpakken, omdat de consumptie afneemt en de economische groei vertraagt.

Volgens berekeningen van diverse denktanks kan een btw-verhoging van slechts 2 procentpunten leiden tot een krimp van de particuliere consumptie met 0,5 % op jaarbasis. Dat lijkt weinig, maar vertaalt zich op macroniveau in miljarden minder omzet in de detailhandel.

De maatschappelijke dimensie

Winkeliers wijzen er ook op dat de gevolgen van een btw-verhoging niet alleen economisch zijn, maar ook sociaal. De winkelstraat vervult een belangrijke maatschappelijke functie: het is een ontmoetingsplek, een onderdeel van de leefbaarheid van dorpen en steden.

Leegstand leidt niet alleen tot economische schade, maar ook tot een gevoel van verval en onveiligheid. Een gezonde detailhandel draagt bij aan sociale cohesie, lokale identiteit en een bruisend straatbeeld. Een hogere btw kan dat evenwicht verstoren.

Politieke druk neemt toe

Binnen de Tweede Kamer groeit de weerstand tegen de maatregel. Verschillende partijen hebben aangegeven de plannen te willen herzien of de invoering uit te stellen. Toch lijkt het kabinet vastberaden.
De oppositie wil dat de regering beter luistert naar het mkb en pleit voor een “btw-moratorium” zolang de koopkracht van huishoudens onder druk staat.

Conclusie

De roep om het btw-plan van tafel te vegen klinkt steeds luider. Winkeliers, ondernemers en brancheorganisaties waarschuwen dat een algemene btw-verhoging de koopkracht verder uitholt, de winkelstraten aantast en het mkb in de verdrukking brengt.

Terwijl de overheid inzet op begrotingsdiscipline, vragen ondernemers om realisme: het mkb kan niet oneindig de buffer vormen van economisch beleid.
De komende maanden zullen uitwijzen of het kabinet gevoelig is voor de groeiende druk, of dat de btw-verhoging inderdaad doorgaat — met alle gevolgen van dien voor ondernemers, consumenten en de Nederlandse winkelstraten.

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *